35 jaar beheer en onderzoek van de Drentsche Aa in beeld gebracht


Toen het Drents provinciaal bestuur in de jaren 60 van de vorige eeuw besloot om natuur en landschap van het beekdal van de Drentsche Aa te beschermen, kwam er een ontwikkeling op gang die leidde tot het huidige Nationaal Park en Natura 2000-gebied Drentsche Aa. Dit gebied is tegenwoordig tot ver over onze landsgrenzen bekend vanwege de unieke natuur die er te vinden in. Om die natuur te behouden is uitgekiend beheer essentieel, en waar nodig ook een op natuur gerichte inrichting. Wat hebben al die activiteiten opgeleverd? Waar is winst geboekt en waar moeten we beheer en inrichting aanpassen voor het beste resultaat? Om op die vragen antwoord te geven heeft de provincie de professionals Henk Everts, Ab Grootjans, Jan Bakker en Piet Schipper gevraagd om de ontwikkeling van de natuur in de afgelopen decennia te evalueren. Hun bevindingen kan de provincie goed gebruiken om hun beleid tegen het licht te houden, het beheerplan te vernieuwen en een uitgekiend maatregelenpakket te formuleren.

De heren Everts, Grootjans, Bakker en Schipper kennen het gebied op hun duimpje en hebben als professionals een groot deel van hun leven aan dit gebied gewijd. Hun bevindingen tonen aan dat alle inzet van provincie, beheerders, waterschap en anderen heeft geleid tot flinke vooruitgang. Die positieve ontwikkeling is vooral te zien in het middendeel van het natuurgebied, het deel waarvan het prachtige Balloërveld de kern vormt, omzoomt door het Gasterense Diep en het Loonerdiep. Er zijn echter ook delen van de Drentsche Aa waar de natuur niet is verbeterd en nog steeds onder grote druk staat.

Successen

De onderzoekers zijn erg positief over de resultaten van inrichting en beheer van de middenlopen van de beken, waar grote aaneengesloten natuurgebieden zijn gerealiseerd. Daar zien we een prachtige ontwikkeling van soortenarme cultuurgraslanden naar bloemrijke hooilanden en venen. Die ontwikkeling heeft te maken met kwel, mineraalrijk grondwater dat niet langer rap wordt afgevoerd, maar in de graslanden en venen de ontwikkeling van soortenrijke plantengroei mogelijk maakt. Zo is bijvoorbeeld een heel zeldzaam natuurtype ontstaan, het kalkmoeras. Hier hebben zich tot de verbeelding sprekende plantensoorten gevestigd zoals parnassia, moeraswespenorchis en groenknolorchis. Het blijkt dat vernatting met water van goede kwaliteit echt helpt om karakteristieke natuur te herstellen. Waar de onderzoekers ook erg over te spreken zijn is het herstel van de zogenaamde blauwgraslanden en heischrale graslanden in het Eexterveld. Beide natuurtypen zijn in heel West-Europa erg zeldzaam geworden. Dat we hier een fikse uitbreiding zien, compleet met zeldzame planten en dieren die in dit soort natuur thuishoren, is een kroon op het werk van de beheerders. Al wandelend kun je hier genieten van prachtig bloeiende planten zoals welriekende nachtorchis, Spaanse ruiter en klokjesgentiaan.

Niet overal optimaal

De natuurontwikkeling van de boven- en benedenlopen staat nog voor uitdagingen. Doordat deze een grotere invloed van buitenaf ondervinden, is de ontwikkeling niet overal optimaal. Denk hierbij aan de uiteenlopende vereisten voor de waterstand voor landbouw en natuur. Maar ook omdat kwaliteit van het oppervlaktewater dat vanuit de landbouwgebieden door de natuurgebieden stroomt niet optimaal is voor de te behouden waarden.  Bovendien zorgen ook de neerslag van stikstof en de grondwaterwinning voor extra uitdagingen in de natuur. Effecten van al deze invloeden zijn zichtbaar doordat bloemrijke graslanden verdwenen zijn en dat herstel hiervan pas kan plaatsvinden wanneer de vraagstukken die deze uitdagingen oproepen zijn opgelost.

Oplossingen

De heren geven in hun uitgebreide en rijk geïllustreerde rapportage niet alleen aan wat er goed en niet goed gaat, ze geven ook oplossingsrichtingen aan. Zo bevelen ze de aanleg van zuiveringsmoerassen warm aan. Daar kan voedselrijk water uit  landbouwgebieden op natuurlijke wijze gereinigd worden waardoor dat vieze water niet langer de bijzondere plantengroei aantast. Op andere plaatsen liggen nog steeds diepe sloten langs en zelfs door waardevolle natuur. Die diepe sloten moeten in de ogen van de onderzoekers zo snel mogelijk dicht zodat de verdroging van die gebieden wordt gestopt. De provincie kijkt naar de mogelijkheden om de aanbevelingen zo snel mogelijk om te zetten in een nog betere inrichting van het unieke beekdalgebied. Het Programma Natuurlijk Platteland en het Programma Natuur bieden beide aanknopingspunten voor het verbeteren van de natuurcondities van het Natura 2000-gebied.

Bron: Provincie Drenthe

Ga voor het rapport en de 'storymap' naar de projecpagina.