Dotterbloemen in de Drentsche Aa.


IMGP1563

Dotterbloemen wijzen op de aanwezigheid van kwelwater: mineraalrijk grondwater dat uit de (diepe) ondergrond naar bovenkomt. De Gewone dotterbloem bloeit omstreeks half april. De grote, dooiergele bloemen vallen dan van veraf op. De mooie Dotterbloem heeft haar de bijnaam 'parel in het boerenland' opgeleverd.

Aan de soort wordt een hoge natuurwaarde toegekend. Niet alleen omdat ze zo mooi zijn maar ook als indicator voor oecologisch waardevolle situaties. De Gewone Dotterbloem groeit op plaatsen waar mineraalrijk water vlak onder of boven het maaiveld staat. De plant wortelt ondiep en is daarom sterk gebonden aan permanent natte standplaatsen. Ze komt voor op min of meer voedselrijke, maar weinig of niet bemeste grond. Ze mijdt fosfaatrijk of ammoniakhoudend water en is in het pleistocene deel van Nederland vaak te vinden op plaatsen waar mineraalrijk, ijzel houdend, diep grondwater opwelt (kwel-indicator). Deze plekken liggen vooral in de midden- en benedenlopen van de beekdalen. Het patroon van Drentse beekdalen is op de verspreidingskaart van de Dotter fraai te herkennen.

Kaartbeeld

Op onderstaande kaart is de verspreiding van dotterbloemen in beeld gebracht. Zie de groene stippen. De bruine kleur zijn de hogere zandgronden waar regenwater inflitreert. In de beekdalen (paars) komt het kwelwater aan het oppervlakte.

200604111552311184