Planten en dieren in het Drentsche Aa gebied


De Weidebeekjuffer
De Weidebeekjuffer behoort tot de 'waterjuffers' en leeft de eerste fase van zijn leven als larve onder water. De Weidebeekjuffer is te zien in de periode eind mei-eind augustus. Het mannetje heeft een metaalglanzende achterlijf en de bontgekleurde vleugels. De top en de basis van de vleugels zijn niet gekleurd. Het vrouwtje heeft doorschijnend groene tot groenbruine vleugels.
De mannetjes vallen vooral op bij hun paringsdans, waarbij ze boven de beek heen en weer vliegen en bezet een eigen territorium. Goed bewaakt door het mannetje zet het vrouwtje in dat gebied haar eitjes af. Weidebeekjuffers houden van vrij zuurstofrijke en onbeschaduwde beken. Boven stilstaand water zie je ze amper. In het Drentsche Aa gebied waren ze door de watervervuiling bijna verdwenen. Nu het beekwater schoner is, is de Weidebeekjuffer weer terug. U ziet hem o.m. bij het Amerdiep, Gasterensche Diep, Taarlosche Diep en andere beekjes. Wij zijn trots op de Weidebeekjuffer. Het is een teken van natuurkwaliteit en daarom een van onze boegbeelden.

PICT0114

Zwartblauwe rapunzel
De Zwartblauwe rapunzel heeft een inktkleurige, soms blauwmetalig glanzende bloem. Hij bloeit maar kort, tussen medio mei en half juni en wordt ongeveer kniehoog. Opmerkelijk is dat de plant hier in het open grasland groeit, terwijl hij elders (zuidelijker) vooral in vochtige loofbossen groeit. Hij leeft hier overigens aan de rand van zijn Noord-Europese groeiareaal. Dit komt vermoedelijk door de permanent hoge vochtigheid van het Drentse klimaat.

PICT0098

Orchideeën
In het voorjaar, omstreeks begin juni, zijn sommige graslanden langs de Drentsche Aa paars van de bloeiende orchideeën. Dan bloeit de Brede orchis, een liefhebber van natte hooilanden. Vroeger was deze orchidee zeer algemeen in grote delen van Nederland. Door ontwatering, zoals het graven van sloten, is deze voorjaarsbloeier zeer zeldzaam geworden. De Brede orchis heeft om te overleven mineraalrijk grondwater nodig. Door het dempen van sloten en door het instellen van een consequent hooilandbeheer, kwamen de orchideeën terug. Nu zijn er vele percelen waar de Brede orchis voorkomt.

IMG_3080

Leem en natte voeten
Er komen nog meer orchideeën voor in het Drentsche Aa-gebied. De Gevlekte orchis groeit vooral in heidevelden op plaatsen waar wat keileem in de bodem zit, zoals op het Ballooërveld. U kunt hem ook aantreffen in schrale graslanden. Daar groeit deze soort op net wat drogere plaatsen dan de Brede orchis. De Rietorchis heeft twee gezichten: er is er een met ongevlekte en een met gevlekte bladeren. Beide vormen houden evenals de Brede orchis van natte voeten. Toch is de Rietorchis nog behoorlijk zeldzaam in de Drentsche Aa. Soms groeien Brede orchis en Rietorchis dicht bij elkaar. Dan ontstaan er gemakkelijk bastaarden. Die zien er vaak zeer stevig uit en zijn getooid met veel grote bloemen. Heidevelden en vrij droge, schrale graslanden met een beetje leem in de bodem vormen de favoriete biotoop van de Welriekende nachtorchis. In juni bloeit deze soort met roomwitte bloemen. Nachtvlinders ruiken 's nachts zijn heerlijke geur, snoepen van zijn nectar en bestuiven daardoor de bloemen. De Welriekende nachtorchis is in Drenthe en ver daarbuiten zeldzaam geworden. Ook in het Drentsche Aa-gebied hebben we er niet veel meer.

Laatbloeier
Een minder opvallende soort is de Grote keverorchis. Deze groenbloeiende soort staat vooral in natte bossen, zoals elzen- en essenbosjes. Helaas is ook deze orchis behoorlijk zeldzaam. Veel algemener is de Brede wespenorchis. Deze laatbloeier - te vinden in juli en augustus - kan behoorlijk groot worden, tot wel een meter aan toe. Meestal blijft hij veel kleiner. De bloemen zijn wat groenig met een roze gloed, hoewel ook rode en paarse kleuren mogelijk zijn. Zoek de Brede wespenorchis in bosranden en langs paden, daar groeit deze soort het liefst.