Natuurherstel Drentsche Aa werpt vruchten af
In een reeks van vier reportages besteden we aandacht aan vijftig jaar natuurherstel in Drenthe. In de vierde en laatste reportage laat ecoloog Hans Dekker de veranderingen in het Drentsche Aa-gebied zien.
"We zijn in een brongebied van een van de zijstroompjes van de Drentse Aa", wijst Dekker. Het gebied heet Tichelhuis.
Monument
Net naast Tichelhuis tussen het Balloërveld en het beekdal staat een monument. "Dit monument is voor Harry de Vroome, het ijkpunt voor natuurherstel zoals dat de afgelopen vijftig jaar is uitgevoerd in Drenthe. Hij is een van de vier mannen die aan de basis stonden van het natuurherstel in de Drentsche Aa." Ze wilden het beekdal behouden en hebben er werk van gemaakt.
Weg met de kronkels
Veel beekdalen waren veranderd in hoogproductieve landbouwgebieden, de beken werden getrokken en de kronkels verdwenen. "De contouren van het landschap bleven wel maar de finesse, het mooie kleinschalige, het bloemrijke en de soortenrijkdom verdween als sneeuw voor de zon."
Basis
In de jaren vijftig werden de eerste plannen geschreven om het beekdal te behouden. Het provinciaal bestuur van Drenthe zei toen al: 'daar kunnen we niet omheen.' "Daar is de basis gelegd voor het herstel tot het prachtige natuurgebied zoals we dat nu kennen", blikt Dekker terug.
Allerlei beekjes
"Ik loop het Balloërveld af en kom in het brongebied van Tichelhuis, een van de haarvaten van de Drentsche Aa waar water zich verzameld en kwel uit de bodem komt. Over keileem in de bodem, stroomt het water naar het noorden. Er is niet één brongebied maar allerlei loopjes waar water uit de omgeving zich verzamelt. Al die beekjes vormen samen de Drentsche Aa."
Herstel
De ontwikkelingen in het best bewaarde beek- en esdorpenlandschap van Europa gaan nog steeds door. "Dit was een landbouwgebied. Er is een stuk van de bodem afgeschraapt en de waterhuishouding is hersteld zodat al dat water rustig kan afstromen naar het Smalbroekerloopje. De bodem is nu geschikt geworden voor allerlei plantensoorten die hier thuishoren."
Jaloers
"Hier zie je moeraswolfsklauw. Het is nat door de regen en daardoor drijft het een beetje. Overal zie je stengeltjes die kruipen over de bodem, prachtige patronen in het water. Dit is een bijzondere plant die tot twintig jaar geleden behoorlijk zeldzaam was. Maar overal waar we dit soort maatregelen hebben genomen, zie je dat de sporen van deze plant daar terecht komen en uitlopen en dit soort tapijtjes vormen over de bodem. Daar zijn mensen elders in het land jaloers op," aldus Dekker.
Waterhuishouding
In een ander deel van het Drentsche Aa-gebied laat boswachter Wolter Winter zien waar hij trots op is. "We zijn in de Ossenbroeken aan de oostkant van het Balloërveld. Samen met een groep mensen van Staatsbosbeheer en de provincie hebben we begin 2000 een plan gemaakt voor de inrichting. De insteek was de waterhuishouding stabieler te maken. We hebben sloten en greppels zoveel mogelijk dichtgegooid en ter plekke geplagd."
Bijzondere planten
"Het beheer bestond uit maaien en afvoeren, en verdere verschraling heeft zijn werk gedaan. Het gebied is open en de kwelstromen zijn weer op gang gekomen. Daardoor ontwikkelt zich een rijke vegetatie met bijzondere planten zoals de draadgentiaan, moeraskartelblad, dotterbloemen en drie soorten orchideeën. De klokjesgentiaan komt hier op nieuwe plekken voor terwijl hij landelijk achteruit gaat."
Kroon en parels
"Daar horen bepaalde vlinders bij. Dat vind ik heel bijzonder. De openheid, nattigheid en rust biedt ook voor veel vogels perspectief, bijvoorbeeld de kraanvogel. Ik zie het als een kroon op mijn werk dat dit gelukt is." Maar sommige delen van het gebied moeten nog hersteld worden. "Uiteindelijk schakel je zo al die parels aan elkaar", besluit Dekker.
Bron: RTV Drenthe