Naturalis Statusrapport Nederlandse Biodiversiteit
Het gaat niet goed met de Nederlandse biodiversiteit en dat heeft directe gevolgen voor onze leefomgeving. In bestaand beleid ligt een basis voor een biodiversiteit-positieve toekomst, maar succes hangt af van de uitvoering. Het realiseren van gestelde hersteldoelen vereist een aanpak waarin alle beschikbare middelen worden ingezet. De nieuwste wetenschappelijke inzichten en monitoringstechnieken kunnen de hefboom zijn om gezamenlijk het tij te keren. Zie hiervoor het statusrapport op de website van Naturalis.
De Nederlandse biodiversiteit staat er slecht voor. Soorten verdwijnen uit ons landelijk gebied, en de wettelijk beschermde soorten gaan voornamelijk achteruit. De overeengekomen natuurdoelen voor soorten, habitats en waterkwaliteit raken verder uit zicht, mede door de aanhoudende druk van stikstof, matige waterkwaliteit en gebrek aan ruimte.
De slechte staat van biodiversiteit heeft directe gevolgen voor de Nederlandse samenleving. De voorziening van schoon drinkwater en gezond voedsel staat onder druk. Daarnaast ondermijnen we ons eigen fysieke en mentale welzijn (denk aan schone lucht en het kunnen recreëren in de natuur). Biodiversiteit is geen luxe, maar de absolute basis voor een leefbaar Nederland, nu en in de toekomst.
Er zijn lichtpuntjes. Grote zoogdieren als de bever otter en wolf gaan vooruit, evenals de zeearend. Maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, zorgen voor enig herstel van de flora en fauna in zoet water. Maar na een lange periode van sterke achteruitgang betekenen deze kleine verbeteringen niet dat het met de biodiversiteit in Nederland wel goed komt. In vergelijking met andere Europese landen bungelt Nederland onderaan als het gaat om het halen van de doelen voor de Kaderrichtlijn Water en is koploper als het gaat om het aantal verdwenen en bedreigde soorten.
Het bestaande beleid legt een basis voor een biodiverse toekomst, maar de sleutel naar de oplossing ligt in het naleven van gemaakte afspraken. Om effectief te sturen op verbetering van de biodiversiteit, is gedegen kennis en begrip van onze biodiversiteit cruciaal.
Dat begint bij de basis: de Nederlandse soorten. Het grootste deel daarvan wordt niet gemonitord, simpelweg omdat ze te klein zijn om te zien, of omdat er geen tellersgroepen voor zijn. Het goede nieuws is dat er steeds meer methoden zijn om deze biodiversiteit te meten en monitoren, zoals door AI ondersteunde beelden geluidherkenning en DNA-analyses. Deze technieken brengen schimmels en bacteriën in de bodem, het fytoplankton en zoöplankton in de zee en de rondvliegende insectensoorten in beeld. Daarmee krijgt deze 'zwijgende meerderheid' een stem.
Als we het willen, kan Nederland van ‘kampioen biodiversiteitsverlies’ transformeren naar koploper biodiversiteitkennis en -herstel. Door kennis, techniek en beleid met elkaar te integreren, creëren we de hefboom die nodig is om biodiversiteitsverlies om te buigen naar een positieve trend. Niet alleen om de gestelde doelen te behalen, maar als investering in onze eigen biodiversiteits-inclusieve toekomst.