Evenementenagenda
- vorige pagina
- 1
- ...
- 5
- 6
- 7
- 8
- volgende pagina
Op de fiets rijd je er zo maar voorbij. Mooi veld, zeker, met ruim 30 ha aan heide. Maar als je te voet bent, gaat er een wereld voor je open, hier boven op de Hondsrug, en lager, langs de oever van de Drentsche Aa. Ooit ‘woeste grond’, later heide, vervolgens bos, en nu weer open veld.
Wat je verder staat te wachten: resten van een gesmolten ijsheuvel aan de rand van de beek, een snoer van middeleeuwse karrensporen, een landje van Malle Marie. En dieren als de das, vos, bever en ree: je ziet ze meestal niet, maar hun aanwezigheid is onmiskenbaar. Grafheuvels aan de bosrand, een niet aangelegd vliegveld? Een handvol tijdlagen vlak onder je voeten, hier? Je gaat steeds beter snappen waarom natuurbeheer hier met bijna chirurgische precisie plaatsvindt. Landschap lezen: je ziet het pas je het doorhebt.
De wandeling gaat via het Veurste Veen en het beekdal van het Gastersche Diep, waar we het Aolstalbad en de Moaties bezoeken, naar Gasteren. De gidsen vertellen over het ontstaan van het esdorpenlandschap met zijn typische elementen es, dorp, beekdal en heide. Ook vertellen de gidsen over de geschiedenis van het dorp Gasteren en de belangrijke rol van de boermarke. Die geschiedenis zien we terug in de tientallen veldnamen in het gebied. Veldnamen waren eeuwenlang de straatnamen van het platteland. Elke akker, elk stukje groenland had een eigen naam. Zonder kaart of navigatiesysteem vonden dorpsbewoners feilloos de weg naar bijvoorbeeld de Lijnstukken of de Steenakkers. Veldnamen vormden een vanzelfsprekend onderdeel van hun leefomgeving. Ze waren onmisbaar voor de oriëntatie en handig in de communicatie. En ze vertellen veel over het karakter van het landschap.
Zin in een frisse neus na de feestdagen? Wandel dan mee door het gevarieerde landschap van het Evertsbos. Dit bos, zo’n 100 jaar geleden door houthandelaar Everts aangelegd, is een zeer gevarieerd bos met allerlei soorten naaldbomen. Heel opvallend zijn de grote mammoetbomen. Bij een open plek in het bos komen we langs een fraai hunebed. De natuur is in winterrust, maar ook dan is er nog veel moois om van te genieten.
Strubben zijn grillig uitgegroeide eiken, als gevolg van schapenvraat. Deze oude eiken roepen een sprookjesachtige, soms mysterieuze sfeer op. In de winter zijn de grillige vormen van de stammen goed te zien. Een bijzonder gevormd paraboolduin met mooie doorkijkjes geeft vorm aan het terrein. Het gebied is tevens het grootste archeologische rijksmonument van ons land. We nemen de tijd om het landschap en de strubben goed in beeld te brengen. Met een beetje geluk komen we ook de schaapherderin met haar kudde tegen.
Wie op de kaart kijkt ziet meteen de unieke vorm van het Westersche Veld van Rolde. Dat komt omdat er een verkavelingspatroon gebruikt is, gericht op de toren van de Jacobuskerk in Rolde. De kavels zijn smal in het Noorden en breder in het Zuiden. Het gebied van ca. 200 ha ontstond door aankoop van de familie Duintjer, die er vanaf 1928 landbouwgebieden aanlegde, afgewisseld met heide en jachtterrein. De familie is nog steeds eigenaar, ondertussen samen met het Drents Landschap. Het Westersche Veld van Rolde is het eerste project voor het Natuurfonds Drenthe en in het zuiden van het gebied is er ruimte voor herontwikkeling van hoogveen. Het Klaassteen is een ven dat bewaard gebleven is en daar is veel unieke natuur te vinden.
Omdat het winter is, zijn de zichtlijnen in het landschap bijzonder goed herkenbaar. We gaan op zoek naar sporen. Sporen van de ontwikkeling van het landgoed, maar ook naar sporen van dieren en planten. We blijven tussendoor in beweging, en maken zo een heerlijke winterwandeling in een gebied dat in alle seizoenen de moeite van een bezoek waard is.
- vorige pagina
- 1
- ...
- 5
- 6
- 7
- 8
- volgende pagina