Variatie in de beekbodem gemeten met radioactiviteit


Waterschap Hunze en Aa's verhoogde drie jaar geleden de bodem van drie Drentse diepjes in een poging de natuur in en rondom de beek te verbeteren en de beekdalen te benutten voor wateropvang. Er is zo'n 40 centimeter zand met houtmateriaal ingebracht.

Een van die diepjes is het Anlooërdiepje. Het idee was dat het zand zich op natuurlijke wijze zou verspreiden in de beek. Dat wordt nu onderzocht door de radioactiviteit in de beekbodem te meten.

Onder water

"We meten hele kleine beetjes straling met een onderwaterapparaat", legt bodemonderzoeker Wouter Rooke uit. "We doen dat met een gamma-spectrometer die hele kleine beetjes van nature aanwezige straling meet die uitgezonden wordt door de bodem." De meting maakt deel uit van het programma waarin de ontwikkelingen in het Anlooërdiepje worden gevolgd. De bodemverhoging is onderdeel van het Natura 2000-beleid.

Behoud van variatie

"Van nature hebben beken dieptes en ondieptes", vertelt Peter Paul Schollema, ecoloog waterschap Hunze en Aa's. "Als ergens een boom staat, zie je vaak een diepe kom in de buitenbocht met allemaal vissen. In de binnenbocht is het veel ondieper en slibrijker."
"Dat mozaïek van verschillende habitats zoals we dat noemen, die variatie tussen zand, slib en hout, zorgt ervoor dat er veel verschillende beestjes en planten kunnen leven in zo'n systeem. Na het inbrengen van dat zandmateriaal controleren we met deze metingen of die variatie tussen dieptes en ondieptes in stand is gebleven."

In kaart gebracht

Met de metingen wordt een kaart gemaakt waarop de diepte van de beek zichtbaar wordt, maar ook wat voor soort zand op welke plek terecht is gekomen. "Met de verspreidingskaart willen we laten zien waar het zand eigenlijk gebleven is", vertelt Rooke. "We willen nu kijken na één jaar, nog een jaar en uiteindelijk nog een vijfde jaar hoe het zich houdt." Om structurele effecten vast te stellen is een lange meetperiode nodig.

Toekomst

Het uiteindelijke doel is meer water in het gebied en meer leven in de beek. "Het Anlooërdiepje maakt deel uit van het Natura 2000-gebied", aldus Schollema. "Binnen het gebied zijn er een aantal trajecten die verdroogd zijn. De vraag is of dat komt doordat die beken een te ver ingesneden bodem hebben."
"Om te zorgen dat dat soort effecten opgeheven worden, is besloten de bodem hoger te maken en daardoor de grondwaterstand en ook de beekwaterstand te verhogen. Daarmee zorgen we dat de oeverlanden direct aan de beek natter worden."